Welkom

Hier is je tussendoortje.
Je glimlachmomentje achter de pc.
Geen calorieen, wel een goed gevoel ;-)
Enjoy!

XL

woensdag 4 november 2009

Ellyschrijft.. op www.pinkbullets.nl!

Op deze site komen geen nieuwe blogs meer van mij. Voortaan verschijnt er elke zaterdagochtend een column van mij op www.pinkbullets.nl.

Groetjes Elly

zaterdag 3 oktober 2009

De aanhouder wint


Het heeft jaren geduurd. Jaren van volhouden, proberen, afspreken, hoop krijgen en dan weer in huilen uitbarsten. Het leek niet voor mij te zijn weggelegd. Natuurlijk kun je zonder, maar het is toch prettiger als je er wel een hebt. Ik was de laatste van alle twintig kleinkinderen die er nog niet aan was begonnen. Iedereen zei: “Je lijkt er nog niet zo’n interesse voor te hebben”.

Ik begon hoopvol, maar na anderhalf jaar zei E., de Hagenees met een matje en tattoos: ‘Dit wordt niks’. Maar goed ook, ik was vaker nerveus en gefrustreerd dan ik er plezier van had. Het was bijna masochistisch, zoals ik elke week weer met hem afsprak en compleet overstuur terugkwam.

Een vriendinnetje van dansles gaf me het nummer van H., een Turkse vriend van haar. Met H. durfde ik het wel aan. Hij was heel ontspannen. Zo ontspannen dat ie vertelde dat ‘ie zin had in de vakantie, wanneer zijn vrouw weg was en hij lekker vreemd kon gaan. H. kreeg me zover dat ik het een keer probeerde. Het was een ramp, ik was er toch niet klaar voor.

Ik was er nogal kapot van, totdat een vriendin me vertelde over R. Zij had hele goede herinneringen aan R. Hij had humor en gaf haar het gevoel dat ze alles aankon. Bel hem maar, zei ze. Dat deed ik en het was lachen met R. Elke week ging het beter. En ik durfde het aan, ik ging ervoor. R., de gezellige Surinamer die zeven kamelen bood om met me te kunnen trouwen, gaf me het vertrouwen dat het zou lukken. Die poging mislukte. Ik was er bijna aan toe, maar nog niet helemaal.

We zijn drie jaar, geld voor drie luxe vakanties en drie mannen verder. Maar nu heb ik hem, alweer bijna een jaar. Na alle zenuwen, teleurstellingen en frustraties heb ik.. een rijbewijs.

Niemand neemt hem me meer af. Hoewel… autorijden gaat bij mij altijd gepaard met drama.

Gelukkig heb ik nu een relaxte vriend naast me zitten, in plaats van zo’n vage rij-instructeur.

zondag 13 september 2009

Romantiek in de woestijn

Een hele dag bakken in de zon vind ik vreselijk. Ik heb het liever ietsje te koud, dan ietsje te warm. De hele zomer zoek ik naar ventilators en water, zodat ik niet als een vies, plakkerig zweetmonster hoef rond te lopen. Bij het eerste zonnestraaltje loop ik zonder jas. Ken je het gezegde: een echte Fries is altijd verkouden? Nu begrijp je waarom ze ook in de zomer verkouden zijn.

HATSJOE!!
Ben jij even blij dat mijn beeldscherm onder de bacteriën zit, en jij niet.

Toch ging ik deze zomer naar Jordanie. Jordanie, in het Midden-Oosten bij Israel en Saoudi-Arabie, bestaat voor driekwart uit woestijn. En we gingen in augustus. De thermosokken konden dus thuisblijven.

Midden in de vakantie kwamen we in de woestijn. Tussen de middag, de zon stond hoog. Het was daar 47 graden.

Zevenenveertig graden Celsius.

Ik dacht dat je zou smelten bij zo’n temperatuur. Ik zag al twee hoopjes mens voor me, als gesmolten kaasjes, de ene met een bruin petje erop en de ander met een witte.
Maar het was eigenlijk wel te doen. Beter dan bij 30 graden in Nederland. Het is droge hitte, waardoor je minder zweet. Toch blijft het warm, ook in de bedoeïenentent.



“Het is veel te klef om warm te doen”, mompelde ik verward tegen A. Als ik zweet, voel ik me net zo aantrekkelijk als Ma Flodder die in de hondenmand heeft geslapen.

Afijn, de lunch kwam op tafel. Salades, hummus en… hutspot.



Hutspot. Met 47 graden.
Ik dacht dat ze zoiets alleen in Friesland konden verzinnen.

De bedoeïenenmannen zaten te luisteren naar de sterke verhalen van onze Jordaanse reisleider. Deze mannen hadden een wit gewaad aan, wat ongetwijfeld heerlijk verkoelend was. Door het gewaad van onze reisleider zag je de band van de onderbroek die om zijn enorme baklava-buik spande. Heel charmant. Daarom hebben ze voor vrouwen alleen zwarte gewaden.



Ik dacht dat de woestijn een enorme zandbak zou zijn, verder niks. Zonder water ga je daar niet met schepje en emmertje aan de gang, dus het leek me saai.

We klommen in jeeps, eens kijken hoe hard we konden door de zandbak. We crossten door woestijnlandschappen die allesbehalve saai waren. Elke kant die je op keek, was anders, allemaal even mooi. We waren net op weg, toen moesten we stoppen voor… een trein! Een lange goederentrein denderde voorbij, toen reden we verder door de lege woestijn.



We zijn rotsen opgeklommen, hebben Indiana Jones nagedaan.. door dat lekkere windje van die rijdende jeep krijg je energie! Er is veel meer groen in de woestijn dan ik dacht. Je ziet rotsen in de mooiste kleuren en het zand is roodbruin. Je kon er heerlijk klauteren.







Onze jeep stopte bij een rots en de chauffeurs riepen “Yallah! Yallah!” (dat betekent opschieten! Een woord dat je tijdens een groepsreis vaak hoort). We moesten snel naar boven. Wat bleek: de zon ging bijna onder. We waren nog net op tijd om de zonsondergang te zien. Die was prachtig en vooral snel. De zon was vlak boven de rotsen, nogal fel. We keken weg, keken weer.. en toen zakte-ie achter de rotsen en kwam niet meer terug. Het was kiekeboe zonder boe.



Beneden bij de jeep kregen we heerlijke zoete kruidenthee en we reden terug. We kwamen bij het donkere bedoeïenenkamp aan en keken omhoog. Daar in de woestijn kon je ontzettend veel sterren zien. Door alle sterren zag je de sterrenbeelden bijna niet meer. En in het donker was het niet meer zo heet. We zetten ons bed buiten de tent om een heerlijke nacht onder de sterren door te brengen.

Romantisch, he.

Vijf minuten later sleepten we het bed weer de tent in. We waren ziekjes van de temperatuurverschillen. Als je buik verdachte geluiden maakt, kun je maar beter binnen slapen.

Ik droomde over een vakantie in Ijsland, waar ik mijn handen onder A’s jas stopte en warme chocolademelk dronk (niet tegelijk, dat zou een kliederboel worden).

Die grote zandbak van Jordanie is bijzonder mooi, maar je kunt beter in het winterseizoen gaan. Zeker als je een Fries bent.

dinsdag 1 september 2009

Petra



Als je Jordanie zegt, zeg je Petra. In elke reisgids wordt deze stad in de rotsen als hoogtepunt genoemd. Helemaal terecht. Niet alleen omdat je er een heel eind omhoog kunt klimmen.

Ietsje na zonsopgang liepen we door de Siq, een pad met links en rechts enorm hoge rotsen. Stel je voor dat je als mier tussen de stoeptegels gevallen bent. Hele hoge stoeptegels. Dat is ongeveer het gevoel dat de kloof van Petra bij je oproept. Die rotsen zijn minstens 50 keer zo hoog als jij bent. Daar leefden dus mensen. In de rotsen.



Geen elfjes, geen kaboutertjes, nee: mensen. Echt. Er hebben duizenden mensen in de rotsen van Petra gewoond. Ze hadden watergootjes, filterplaatsen en huisjes, allemaal uitgehakt in de rotsen. Die rotsen lijken totaal niet op de Nederlandse grijze keien die door elke bui donkerder worden. Deze rotsen waren geel, met roze/rode en blauwe kleurlagen erin. Een mooie omgeving dus, best aangenaam om te wonen. Alleen je moest uitkijken, als een kudde geiten boven voorbij denderde, vielen er natuurlijk stenen in de kloof. Een steen die van honderden meters boven je op je hoofd valt... dat overleef je niet.

Even keken we omhoog, maar passerende geiten waren verleden tijd. We naderden het einde van de kloof. Natuurlijk hadden we het plaatje in de reisgids gezien, maar in het echt waren we toch weer verrast. In de rotsen was een heel bouwwerk uitgehakt! Het graf van een geliefde koning. Een ongelofelijk groot en knap werk. Grote pilaren, Romeinse bouwstijl. Versierd met allerlei figuren. Onvoorstelbaar hoeveel werk het moet hebben gekost om dat te realiseren. Hoewel, dat rotsvolk had natuurlijk nog geen Playstation.



In de jaren ’80, toen Petra op de Werelderfgoedlijst van Unesco kwam, is het rotsvolk vertrokken. Nu zijn de vaste bewoners ezeltjes.

Je kunt als ezeltje beter niet in Petra wonen. Het is er bloedheet, ruim 40 graden. Als ezeltje ga je dan met een souvenirkraampje+verkoper op je rug de bergen in klauteren. Als je pech hebt, zit jouw baasje helemaal bovenin de bergen en moet je in de volle zon staan wachten. Sommige ezeltjes werden geslagen, ik zag er eentje op zijn billen over de rotsen naar beneden glijden, omdat het zo steil was. De allerzieligste ezeltjes hebben grote dikke McDonaldstoeristen op hun rug.

Als je geen ezeltje bent, is het heerlijk in de rotsen van Petra. Je kunt daar eindeloos omhoog lopen, over allerlei slingerpaadjes. Na elke bocht heb je een indrukwekkender uitzicht, elke keer ontdek je weer wat mooiers.

Het verrassende aan Petra is dat het veel groter is dan je denkt. Je kunt er een week zijn en dan nog heb je niet alles gezien. Overal zijn paden door de rotsen, kuddes geitjes, rotswoningen en zelfs planten.

Als je de Rocky Mountains niet indrukwekkend genoeg vindt, kom dan naar Petra. Het uitzicht is de klim echt waard, het klimmen zelf is al leuk. Maar dan wel zelf lopen. Anders vind ik je echt een ezel.

maandag 10 augustus 2009

Het moest er een keer van komen

Iedereen die ik ken is er al lang mee begonnen. Veel mensen zijn echt verslaafd, die functioneren niet meer zonder. Sinds de middelbare school wordt het me voortdurend aangeboden. Ik weigerde altijd, want het staat me tegen. Die zieligerds met ontwenningsverschijnselen als ze een keer zonder moeten, zo wil je toch niet worden?

Nu ben ik er toch aan begonnen. Ik ben gezwicht.
Het kon niet langer zo. Het was niet de sociale druk. Nee, ik had het nodig.

Op een woensdagmiddag zat ik op kantoor. Op het verlaten, kleurloze kantoor waar ik nu werk. Ik keek naar mijn beeldscherm.. plotseling schrok ik. Ik had zitten SLAPEN! Het was maar een minuutje, maar toch. Dit was het teken. Het kon zo niet langer.

Ik moest koffie leren drinken.

Ik vind het een raar goedje, die koffie. Het is waterig. Het ruikt als een soort chocolademelk, maar smaakt naar mislukte thee.
Bij de eerste slok trek ik een gezicht alsof ik vieze paardenstal binnenkom.
Suiker, er moet suiker in.

Beter, maar nog wel waterig. Er moet melk bij, want cappuccino lust ik wel. Er is geen melk, wel creamer. Koffiemelkpoeder dus. Ik deed voorzichtig een half zakje creamer in mijn Haagse bakkie.

Heb je als kind wel eens kattebrokjes gegeten? Nou, zo heb ik mijn koffie-met-creamer-experiment ervaren. Een goed idee in theorie, maar het blijkt heel goor te zijn. Volgens mij is koffiemelk eigenlijk bedorven melk, maar dat weet niemand.

Ik houd het bij koffie met suiker. Mijn koffiedrink-gezicht wordt elke dag iets ontspannener. In een week ging het van de ‘Wat-zeg-je-nou-heb-je-een-soa?’-uitdrukking naar de ‘dus-je-had-slecht-weer-op-vakantie’-uitdrukking.

(probeer het maar even voor de spiegel, dan snap je wat ik bedoel)

Koffie is nog meer sociaal geaccepteerd dan alcohol. Mensen drogen uit, gaan zweten en worden afhankelijk van het rare prutje. Al na een paar koffieloze uurtjes krijgen die junkies hoofdpijn. Ik vind het zwak. Mochten we er ooit achter komen dat koffie ziekteverwekkend is, dan moeten we met z’n allen in rehab. Reken maar dat zoiets de economie helemaal om zeep helpt.

Af en toe ga ik naar de Coffee Company voor een Kaneel-Latte. Dat is geen koffie meer, dat is een grote mok gelukzaligheid. Warm, zoet, met echte melk: het is de warme variant van een Magnum. Ooh.. het moment dat ik die mok (maat bloemenvaas) aan mijn lippen zet. Dan bestaat de rest van de wereld niet meer. Ik zou echt therapie nodig hebben als de Coffee Company ooit failliet zou gaan. Dat overleef ik niet.

Ik MOET er vandoor, het water loopt me in de mond.

Wat zeg je? Klinkt als verslaving?
Damn, nu is er geen redden aan.
Ook ik kan de economie niet redden als de koffiekraan dichtgaat.

Tijd voor een gedoogbeleid. Of een koffieverbod? Ik ga naar de coffeeshop, zij hebben er vast ideeën over.

zondag 12 juli 2009

Appelscha


Vroeger wist ik altijd wanneer het eraan zat te komen.
Dan was mijn zus zenuwachtig en druk, het leek alsof ze Madonna elk moment verwachtte.
Mijn moeder liep af en aan met gewassen kleren.
Mijn vader liep te ijsberen.

Zodra de kist met aardappelen en Douwe Egberts-koffie in de Opel Koekblik werd gezet, wist ik het zeker. We gingen op vakantie.

Op naar… Appelscha (hooguit 50 km van huis, we hoefden de Friese grens niet over).
Met z’n vieren op de achterbank, zonder airco maar met Fruittella’s. Met mooi weer vermengden de Fruittella’s zich tot een kleffe regenboog, die naar muffe autolucht smaakte.

Na een halfuur rijden stopten we in het exotische Oranjewoud, waar we gingen picknicken. Die tussenstop was ook nodig, om te checken of ik al groen zag. Ik werd vroeger al wagenziek als we het dorp amper uit waren. Menig autoritje is onderbroken voor een nieuw t-shirtje en wasbeurt bij de benzinepomp, omdat ik de Fruittella-regenboog niet binnen kon houden.

Eenmaal in Appelscha betrokken we een huisje op een bosrijk campingterrein. Er hing een dennengeur die veel lekkerder is dan Ambi-Pur toiletverfrisser. De wind door de bomen, vogeltjes, wat een rust…

Mijn broer en ik haastten ons naar de tv, ze hadden toch wel kabel?

Mijn ouders laadden alles uit. Bloemkool en de wortels van de tuin.. die kofferbak had behoorlijk vol gezeten. Zo, alles was uitgeladen.
De vakantie kon beginnen.

En dan ging mijn moeder koken. En mijn vader las de Leeuwarder Courant. Je voelde een golf van ontspanning door het huisje gaan. Huishouden van der Zee was met succes verplaatst naar de Roggeberg.

Een eekhoorn stond hoofdschuddend voor het raam. Je zag hem denken: daar heb je ze weer, die van der Zee’s. Laat ik maar even springen, dan zien ze me misschien. Een meisje met een enorme bos pluizig haar draaide haar fototoestelletje door. “Een eekhoorn! Die hebben we thuis niet!”

De eekhoorn rende en klom een boom in. Hij liet zich van alle goede kanten fotograferen, als een ware diva. Hoe zou het zijn om in dat haar te klimmen? Dacht hij. Zou ik er ooit nog uitkomen?

’s Nachts werd het meisje wakker, midden in een droom over Appelschase avonturen in het bos. Het leek alsof ze een klauwtje op haar wang voelde. Ze haalde een hand door haar haren en zag iets wegschieten, nog voordat ze het kon aanraken.
Die verrekte eekhoorn ook.

Vanaf dat moment wist het meisje: vakantie is pas leuk wanneer het anders is dan thuis.
En een goede shampoo heeft ze inmiddels ook gevonden ;-)

woensdag 24 juni 2009

Dagje Amsterdam met mam

Als echte van der Zee moet je in Amsterdam geweest zijn, vonden mijn moeder en ik. Daar komen mijn voorvaderen tenslotte vandaan, de mannen die Nederland rijk hebben gemaakt door andere landen uit te buiten. De zeemannen die bij terugkeer in Amsterdam hun lading kwijt konden bij handelaars en bij de gezellige dames op de Wallen. Daar ben je toch trots op.

We zagen deze ‘helden’ in Madame Tusseaud’s, waar de vaderlandse geschiedenis eerst kort wordt uitgelegd met poppen. Na de schilders en scheepsvaarders kwamen de piraten. Dit was een donker, stil gedeelte van het museum...

Ik zei tegen mijn moeder: “Volgens mij gaan ze ons nu laten schrikken”.
Mijn moeder vroeg zich net af waarom we vooraan stonden, toen..
“Wraah..!” er sprong een jongen met eng haar en lelijke handen op ons af.
Mijn moeder schrok zich wild en ik was, ondanks mijn voorspelling, ook een beetje zenuwachtig.

Als onverschrokken zeevrouw liep ik voorop, langs spiegels en door donkere gangetjes. Mensen volgden mij niet meteen. ‘Het zijn acteurs El, kom op zeg’, dacht ik. ‘je weet al dat ze gaan schreeuwen.’ Ik sjokte verder, keek naar de piratenlijken alsof het paspoppen waren en begroette de ‘levende piraten’ met een tamelijk vaste stem: “Hallo.”

Dode, halfdode, en veel te dode piraten sprongen op ons af, schreeuwden vanachter hun tralies en raakten ons soms bijna aan (.. ik scheet bagger, maar no way dat ik dat zou laten merken).

Direct na deze kermisattractie kwamen we in een verlichte zaal en zagen… Balkenende. Glimlachend achter een bureau. “Waah!!”, dat is pas eng. Die prodentsmile van onze Harry (Doof)potter. We zetten elkaar op de foto met regeringsleiders als Churchill, Wim Kok en George Bush. Sommige wassen beelden zijn echt goed gelukt, die herken je meteen. Andere zijn uit de kluiten gewassen Barbies, je verwacht een enorme roze verpakking te zien liggen.





Bij film- en muzieksterren werd het iets lastiger voor mama. Brad Pitt? Ja, dat klinkt wel bekend... Ik kroop in bed met Robbie Williams, jamde met Bob Marley, zong met Freddie Mercury en gaf Justin Timberlake een kusje. Mijn moeder legde dit alles vast op foto. Ze had geen idee wie deze mannen zijn, voor haar hadden het net zo goed zwervers kunnen zijn. Of erger nog: Nick en Simon. Ze was wel blij dat ze het goede knopje op de fotocamera kon vinden.




Maar Eddie Murphy was er ook. Die ken je toch wel, mam. “-Ja, van die grappige films. Four weddings and a funeral?”
Eddie glimlachte breed en ik ook. Mijn moeder ging op de foto met Elizabeth Taylor. Die had ik weer niet herkend. Andre van Duin was er ook, die is van hetzelfde bouwjaar als mijn moeder dus dat was een kiekje waard.





Je bent pas echt bekend als er een wassen beeld van je wordt gemaakt. Dat geldt voor de zeemannen uit de geschiedenis, voor filmsterren, topsporters en artiesten. Voor Gandhi en voor Doutzen Kroes.

Nederland is echter niet meer wat het geweest is. De nieuwste poppen zijn van..
Jan Smit..
En K3…
HALLOO!! Zijn er geen ECHTE topartiesten meer? Moeten die palinggerookte volkszangertjes en overaged-barbies-min-1 de nieuwe generatie artiesten vertegenwoordigen?

Ik denk dat ik ook maar ga varen. Op ontdekkingsreis naar een land met knappe topartiesten.

Ik ben echt niet bang voor piraten hoor.
Heus niet.



dinsdag 16 juni 2009

Ouwe zak

In de trein las ik de Spits. Niet spitsvondig, eerder stompzinnig. De Stomp: het krantje voor bijna-wakker Nederland. Het geeft niet dat de bijschriften bij foto’s niet kloppen, de horoscoop niet is ingevuld, de columns slaapverwekkend zijn. Bijna-wakker Nederland leest de spannende koppen over misdaad en een bijen-attack op Nick&Simon en denkt: zo, nu ben ik weer bij. We maken wat mee zeg, in Nederland.

Echt wakkere lezers schrijven naar Spits over de verontrustende toestand waarin ons landje verkeert.

Ella Shant uit Amsterdam stelt onrecht aan de kaak. ‘Ongelovige minder recht dan gelovige’ Ik wil bijna 0900-AMNESTY bellen, maar dan lees ik verder.

“(..) zo mag een kroeg een man in korte broek weigeren als de eigenaar vindt
‘dat die kleding het imago van zijn zaak schaadt.’ Maar als hij dat van een
hoofddoek vindt, mag hij die niet weigeren. Want: een religieus kledingstuk.”
Ach mevrouw Shant, wat vreselijk. Wij ongelovige kortebroekdragers worden zwaar benadeeld. Onze voorvaderen hebben keihard gestreden voor het recht op het showen van harige melkflessen. Die Hollandse trots is toch ook bijna een religie?
En die hoofddoekjes komen overal maar binnen, schandalig.

Opgelucht stap ik uit in Nijmegen. Ik kan ga aan het werk, een filmworkshop met een tweede klas. Stoere jongens en giechelmeisjes doen proefjes en maken daar een filmpje over. Filmen doen ze namelijk niet alleen bij happy slapping en comazuipen, wakker Nederland. Ze maken ook filmpjes die niet onder doen voor de gemiddelde Klokhuis-uitzending.

Tevreden loop ik terug naar het Nijmeegse stationnetje. Ik ga zitten op een bank en open een blikje cola. Op het perron tegenover mij zit een meneer van middelbare leeftijd. Opeens schiet de cola in het verkeerde keelgat.

Zag ik dat nou goed?
Nee toch?
Nog een keer kijken, wat heeft die man op schoot?
WTF!! Die man heeft een korte broek aan… ZONDER ONDERBROEK!
Ik wil niet kijken, maar hij zit recht tegenover mij.

Ik bestudeer het blikje. Wat zit er allemaal in cola? Ingredienten.. hij is linksdragend..NIET KIJKEN.. goh veel suiker in die cola zeg..zijn zak is groter dan zijn.. NIET KIJKEN!.. cafeine dus… HIJ KRABT AAN ZIJN ZAK GATVER!!! Ik kijk naar beneden, graai ondertussen mijn agenda uit mijn tas en blijf deze bestuderen.
Minutenlang.
Eeuwenlang.
Pfieuw.. de trein staat er. Eindelijk.

Mevrouw Shant, er is een reden waarom sommige mannen in korte broeken uit de kroeg worden geweerd. Die heeft niets met discriminatie te maken. Wel met ondergoed. Brr.

Leerlingen, ik weet dat je het gaat vragen en nee: ik heb het niet gefilmd.

maandag 15 juni 2009

Zomerdilemma

Sommige keuzes zijn cruciaal voor het verloop van de komende zomer.
Belangrijker dan je keuze bij de Europese verkiezingen.
(we zijn een klein landje)
Belangrijker dan de keuze van de strandtent die jouw ‘stamtent’ wordt deze zomer
(wat een onzin, gewoon neerploffen waar het leuk is)
Belangrijker dan het kiezen van je toetje.
(als de vakkenvuller tegen sluitingstijd de dweil tegen mijn voeten duwt, pak ik toch maar de tiramisu. Nee wacht.. de chocolademousse!)

Een heel weekend heb ik alle opties overwogen met N., een geweldige adviseur. Zonder hem zou ik er echt niet uitkomen.

Wat voor schoenen moet ik aan deze zomer?!
Die eeuwige laarzen moeten nu echt uit.

Optie 1: Birckenstocks.
We hebben vanaf terrasstoeltjes geconstateerd dat zeker 20% van de bevolking Birckenstocks draagt. Eerst de verpleegsters, toen de lesbo’s, nu iedereen. Het verspreidt zich sneller dan de Mexicaanse griep.
Dit gaat niet helemaal aan mij voorbij, ik heb die ‘slippers met kapsones’ onlangs gepast. Draagsters van het Birckenstockvirus hadden geweldige verwachtingen bij mij opgeroepen. Een stap in de slipper en dan zou ik in een sprookjeswereld terechtkomen, waar eelt was verbannen naar een kerker en blaren waren gedood met een dolk. Mijn voet zou landen in een zacht voetbed, en alleen de kus van een prins zou mijn voet uit de Birckenstock kunnen krijgen. Eindelijk ging ik passen…

Geen dansende elfjes, geen twinkelende sterretjes..

Het was een slipper.
Met een iets beter voetbed, ok.
Maar het bleef een Birckenstock. Brrr-kenstock. Klinkt als een gezette verpleegster met knot en dik montuur, die met de po komt aanzetten.


Optie 2: Allstars
Leuk, die Allstars! Gympen lopen best lekker, maar iedereen heeft ze al. Bovendien zijn ze warm. Je hebt ze wel ECHT in alle kleuren. Zelfs rood-wit geblokt. Voor als je in het pannenkoekhuis gaat eten. Moet je wel Mr. Yummy meenemen als accessoire.



Optie 3: Pumps
Pumps zijn open, lekker zomers. De helft van de pumps heeft echter hakken waar je hoogtevrees van krijgt.
De andere pumps zijn netjes. Echt netjes. Die draagt de gemiddelde Libelle-lezeres ook. Daar wil ik niet mee geassocieerd worden.



Schoenen vormen een wezenlijk onderdeel van je imago. Let maar eens op: mensen hebben ALTIJD schoenen aan die bij ze passen.

Zakelijke types hebben kakschoenen,
stoere mensen hebben grote, kleurige sneakers,
bevallige dames zwenken uit op sexy hakken
en mensen die helemaal de weg kwijt zijn, dragen Crocs.


Optie 4: Peeptoe-schoenen
Schoenen waar je teen doorheen komt (niet omdat je een ouwe zwerver bent).
Schoenen met een gaatje voor je teen. Er kunnen geen pantysokjes in, maar ooh wat zijn ze leuk. Onlangs paste ik een paar met Y.
“OOH! Wat heb je GEDAAN!” Grote ontzetting bij Y. Alsof ik een gehandicapt hamstertje had vermoord. Wat was het geval: ik had mijn teennagels mishandeld. De avond ervoor had ik mijn schoenen met grote kracht uit gekregen: mijn teen bleek met nagellak vastgeplakt aan de schoen. Mijn tenen zagen er inderdaad uit als een slagveld.

Nooit meer goedkope nagellak en WACHTEN totdat het echt droog is, was Y’s advies.
Ik haat teennagels lakken. Binnen lijntjes kleuren was nooit mijn sterkte punt. Ik moet mijn tenen altijd met remover van elkaar losmaken als ik klaar ben. Maar ik heb het overgedaan en het is gelukt.
Uiteindelijk heb ik gekozen. Witte peeptoe-schoenen. Want het klinkt vrolijk: kiekeboe, hier is mijn teen. Ze zijn niet netjes, niet hip, niet stoer, wel wat voor mij.

Pff.. dat dilemma is opgelost.
Ik kan onbevreesd naar buiten, zonder belaagd te worden door de Modepolitie.
Bedankt N en Y, nu kan ik weer rustig slapen.

zondag 7 juni 2009

XL on air

Zaterdagochtend bij Y. in Amsterdam. 6.45. De wekker ging.
Huh? 6.45? Dan horen we net IN bed te liggen.
Ik ging uit bed. Op deze Heilige Uitslaapdag.

Waarom? vroeg ik me af, toen ik als uitgewrongen moppersmurf de douche inslofte.
Toen het water mijn hersenen wakker masseerde, wist ik het weer: iemand had me een onweerstaanbaar aanbod gedaan. Er was mij een lekker ontbijtje beloofd.

Dat mocht ik om 08.00 komen opeten in de studio van FUNX Amsterdam.

FUNX is een radiozender voor hippe randstadjongeren. De studio heeft felle, frisse kleuren. De presentatoren zijn vrolijk en verrassend wakker. Overal staat hun slogan ‘Welkom bij jezelf’.
Daar kwam ik aansloffen in mijn kloffie-van-gister en zonder make-up. Ik was pas welkom bij mezelf na een kop thee.

Ik begon lekker te ontbijten. Maar het was de bedoeling dat ik ook wat ging vertellen. Na een fijn muziekje flitste het On Air-bordje aan. Ik zette snel mijn koptelefoon op, mijn thee aan de kant en verslikte me half in een pistoletje.

We praatten over mijn nieuwe project YOUrope Reporters, waarbij leerlingen filmpjes maken over Europa. Ze maken bijvoorbeeld een clip voor het Eurovisie Songfestival. Lachen toch? Ik verheug me nu al op de filmpjes. Pruiken, Galajurken, Lederhosen .. die leerlingen kunnen zich helemaal uitleven. Nog eens iets anders dan een hoofdstuk uit de Geo Geordend.

Leerlingen vinden het zo leuk om filmpjes te maken, dat ze regelmatig vragen: “Wat voor school moet je doen om editor te worden?”, gevolgd door “Wat verdient een editor?”

Kiss me Thru the Phone wordt gestart en ik werk mijn yoghurtje naar binnen. Een keurige NOS-presentatrice zat onlangs dit 'rapper met grote-ketting-nummer' mee te zingen, vlak voordat ze het nieuws op FUNX ging lezen. Hilarisch om te horen natuurlijk, een Eva-Boobies!-Jinekmomentje. Even verrassend als mijn keurige moeder (50+, slank, vrouwenbeweging), die boeren kan laten als een tokkie.

We babbelden verder over de filmwedstrijden op http://www.youngreporters.nl/. Moeilijk zeg, radio. Je moet alles in een keer goed zeggen, ook als je ondertussen bedenkt dat je al drie keer ‘eeh’ hebt gezegd in een zin. “Ze maken bijvoorbeeld eeh..” –he shit, doe ik het weer! Ik besefte hoe zinloos het is om met je handen te praten op de radio. Maar ik bleef druk gebaren.

Fernando startte weer een track en vroeg me mee te zingen. “Deze ken je wel, toch? Haha. Dit is een auditie”. NO WAY! Gebaarde ik naar hem. Praten op de radio is al lastig voor mevrouw niet-lullen-maar-schrijven, maar zingen…

Dan hadden ze me op z’n minst een champagnebrunch moeten aanbieden.
Geserveerd door McDreamy.
Of liever een nieuwe identiteit en een emigratieticket. Met mijn stemgeluid...

Wil je mijn ‘eeuhs’ tellen? Horen hoe ik klink op de radio?
(hint: denk aan Juffrouw de Mier met zuurstoftekort.) Dat kan hier!


XL

woensdag 3 juni 2009

Hotel XL

Ik heb altijd gedacht dat het vreselijk was.
Je ruimte delen, je spullen delen..
Ik wilde mijn ijs al niet delen toen ik klein was. “Ik wil een ijsje met mezelluf!” riep ik uit, van achter een ijscoupe waar ik amper overheen kon kijken.

Na zeven jaar studentenhuizen ben ik superblij met een huisje voor mezelf.

Alles is zoals ik het wil hebben:
- een keuken zonder ongedierte,
- er is altijd toiletpapier,
- geen huisgenoten die ’s nachts dronken binnenvallen,
- een balkon waar je alle buurkatten in de gaten kunt houden,
- een douche die hetzelfde effect op je rug heeft als een thais massagevrouwtje,
- een woonkamer waar je nog 4 logés kunt hebben,
… kortom, een paradijs.

Sinds een week heb ik een gast in mijn huis. Het is A, zijn nieuwe huis is nog niet helemaal klaar.
Hij heeft geboekt in het pittoreske hotel El.
Ik weet niet precies voor hoe lang.
Ik durf het bijna niet te zeggen, maar het lijkt een beetje op … samenwonen.
(Er loopt een rilling over mijn rug terwijl ik dit typ, ik kijk een beetje verschrikt.)

In mijn appartementje liggen nu scheerspullen, mannendeo en een grote sporttas.
’s Avonds laat komt mijn gast moe binnenvallen. We kletsen bij en dan doet ‘ie nog een beetje werk. Ik kan rond die tijd alleen nog maar dombo-tv kijken. De roddels uit Shownieuws kan ik niet volgen, het enige dat me bijblijft zijn de vreselijke outfits van de presentatrices. Dat A. dan nog creatieve concepten kan bedenken, is me een raadsel.

’s Ochtends zet ik een ontbijtje klaar en als ik uit mijn werk kom, ruim ik een beetje op. Ik doe boodschappen voor twee en ik heb zelfs ruimte voor hem gemaakt op mijn toilettafel. En ik moet iets bekennen…

Ik vind het leuk.
Echt.

Ik heb me nog niet een keer aan hem geërgerd. Ik heb onlangs zelfs een paar van zijn kleren gewassen.
..
Slik.
Ik lijk mijn moeder wel. Dat doe ik niet weer.
Ik ben er om hem uit zijn slaap te houden, niet om hem in te stoppen.

Het is gezellig zo. Hij mag nog wel even blijven, mijn gast uit kamer 1.


… maar no way dat ik m’n toetje met hem ga delen.


zondag 24 mei 2009

Mmm... jazz

Heb je dat wel eens als je uit eten bent? Dat je geen gerecht kunt kiezen omdat je alles lekker vindt? Dat je eigenlijk van alles een beetje wilt proeven?

Ik heb dat ALTIJD. Niet alleen met eten, maar ook met muziek. The Hague Jazz was daarom een uitkomst: een jazzy hapjesbuffet om je vingers bij af te likken.

Het begon met The Syndicate, jazz met grote trommels, fluitjes en samba-gekkigheidjes er doorheen. Dit wordt fusion genoemd: een mooi woord voor een mix van muziekstijlen uit de hele wereld. Een soort ratatouille, maar dan met een exotisch smaakje.

Van de ratatouille gingen we naar Lavalu. De naam klinkt als een karamelmousse met slagroom, sommige liedjes klonken ook zoet. De zangeres heeft van dat hippe playmobilhaar en ziet er artistiek uit. Dat mag, want ze heeft een geweldige stem. Wat Lavalu leuk maakt, is de band. Wanneer de drummer en de trompettist losbarsten is Lavalu echt lekker. Steeds meer mensen gingen op de grond zitten, chillen bij die dromerige dessertliedjes.

Heel anders was het bij de Tiny Little Bigband. Deze heren zijn gezellig, de bitterballen voor op je verjaardagsfeest. Trompetterende mannen met goeie stemmen, die van elk liedje een bigbandversie kunnen maken. Wonderwall (Oasis), Jump (Van Halen); alles komt eruit in een vrolijke parappapaa-versie die iedereen meezingt.

Maar ooh.. het werd helemaal feest met Kyteman’s hiphoporkest. Kyteman ziet eruit als je slungelige buurjongen, type Bjorn-Borg-Bouwvakkersspleet met petje scheef op z’n jonge koppie. We zien hem maaien met z’n armen als de violen aanzwellen, de cello begint en hij laat de trompetten invallen.


Dit muzikale supertalent gooit heerlijke hiphop door het strijkorkest heen. Grote rappers met oversized slaapzaktruien doen de ruitenwisser-armzwaai tussen strijkers en koperblazers.
Het publiek gaat helemaal los. De combinatie is verrassend lekker: zoals pindakaas en jam. Of chocolade-cheesecake. Een meesterbanketbakker is ‘ie, de Kyteman.

Uitbuikend op een fatboy snoepten we nog wat mee van Magnus Lindgren’s batucada-jazz.
Jazz van heren die eruit zien alsof ze nauwelijks 10 uur daglicht over afgelopen winter hebben meegepakt, en ook geen stamppot met zweedse gehaktballetjes hebben gegeten. Een exotische dame vrolijkt het geheel op. Ze ziet eruit alsof ze drankjes met parapluutjes verkoopt, maar wat ze doet is ontzettend goed drummen. Een lekkere cocktail om de avond af te sluiten.

De volgende ochtend heb ik zitten twijfelen: fusionjazz als onbijt? Of meteen maar een lekker stuk hiphoporkest?
Wat ben ik blij dat muziek nooit op raakt.


vrijdag 22 mei 2009

Slaapverwekkend..

Vanochtend werd ik wakker naast A. Hij was blij dat ik mijn ogen opendeed en kon niet wachten om me zijn nieuwtje vertellen.
“Weet je, El…”
Hij wachtte even om de spanning op te bouwen.

Ik was meteen klaarwakker, nieuwsgierigheid raasde door mijn hoofd.

Heeft hij geregeld dat Jamie Oliver ontbijt op bed voor ons gaat maken?
Is mijn voorstel er eindelijk door, dat het weekend voortaan vijf dagen heeft en de week twee?

A glimlachte breed. “Je had een snurkje.” Wow, een snurkje.
Geen geflambeerde suikerbrood-wentelteefjes.
Geen extra stapavonden/uitslaapdagen.
Nee: ik produceerde ordinaire zaaggeluiden vanuit mijn verstopte neusgat.
Ook leuk.
Mijn lauwe reactie was reden voor het vertederde “het was een lief meidensnurkje”.
A’s dag kon niet meer stuk.

We gingen op zoek naar een bed voor A’s nieuwe huisje, bij de meubelboulevard.
De meubelboulevard, ja.
We hebben praktische inkopen gedaan, prijzen vergeleken en dingen opgemeten.
Ik heb me bemoeid met de inrichting van zijn nieuwe huis.
We zijn hamstertjes gaan kijken bij de dierenwinkel. Hij stribbelde niet tegen, hij vond het zelfs leuk.
Ik maak me ernstig zorgen over A en mij.
Schiet me alsjeblieft af voordat we in unisex trainingspakken op matchende citybikes over de Dwingeloose heide fietsen.

Maar goed, er moest een bed komen. Met goede matrassen. Ik slaap nog op een deurmat als het moet, maar ik doe net alsof het me iets uitmaakt. Gijs Gans had gelijk, matrassen testen is heerlijk.

Goede verkopers maken je wakker tegen sluitingstijd, zij verkopen matrassen waarbij dat ook nodig is.

Matrassen zijn er van 90 tot 1800 euro. Bij de matras van 1800 euro verwacht ik dat je gegarandeerd gaat dromen over Italiaans ijs en Orlando Bloom, sterker nog: voor die prijs mogen zij er wel bij worden geleverd.

Die matras is nog niks vergeleken bij het Swarovski-bed. Dan heb je de sterrenhemel achter je hoofd. En nachtmerries over schuldeisers die naast je bed staan. Nachtmerries waaruit je niet wakker wordt.

Ik heb een goedkoop bed van de blauwgele knutselwinkel. Bij elke keer niezen gaat er een latje kapot. Daar lig ik vanavond alleen in. Hoogstwaarschijnlijk met nachtmerries over unisex trainingspakken.

Welterusten.

XL

woensdag 13 mei 2009

Lekker retro

Ik haal S. op, mijn maatje van twaalf. Zijn wereld bestaat voornamelijk uit computergames. Hij vertelt honderduit over de auto’s waarmee hij racet in Need for Speed.
(Ik praat net zo graag over auto’s als Gerard Joling over zijn haarimplantaten).
Op de gok roep ik “Wow, dus die is nog sneller!” en denk aan een leuk jurkje dat ik nog wil kopen.

Terwijl ik eten kook, mag hij even op internet. “Denk je dat ik hem kan verslaan?” vraagt ie. Ik zie twee slecht getekende mannetjes op het scherm. “Kijk dan hoe ik hem versla.” Ik zie de poppetjes op elkaar inslaan en de ledematen in het rond vliegen. “Goed gedaan hoor, S.”
(ik word net zo blij van geweld als een Sloggi-model wordt van aambeien).

S. ratelt door over games en heeft niets door van mijn cynisme. Gelukkig maar, anders zou ie mij maar een ouwe muts vinden.

We eten Macaroni en Spaghetti (dat stond op het pakje sausmix, volgens S. moet er dan macaroni EN spaghetti in). De volgende keer wil hij elleboogjes, die zijn lekkerder.

We gaan Koehandel doen, de vorige keer was het Rummikub. Hopeloos ouderwets. Ik voel me net een oma, maar S. vindt spelletjes het einde. We bieden op de hond, die zo geconstipeerd uit zijn ogen kijkt dat ie vast dringend moet worden uitgelaten.
“30!”
- “50!”
“100!”
“… en als ik nou 120 zeg?”
- “Dan mag je de hond van mij kopen, S. Maar zoveel heb je niet hè.”
“... hoe wist je nou dat ik zat te bluffen?”

Toch blij dat ik geen oma ben… S. vindt het jammer dat je niet jong kan blijven. Ik vraag hem waarom. “Als je 83 bent, kun je al een hartaanval krijgen als iemand boe tegen je roept.” Dat lijkt me gevaarlijk. Ik ben al zo’n stresskip... Hij mag me vanaf mijn 60e niet meer te laten schrikken, anders leg ik meteen het loodje. Hij belooft het.

Op weg naar zijn huis vraagt ie: “Zou je liever een jongen of een meisje zijn?”
"- een meisje"
“En als je nou een jongen was geweest?”
"- Dan was ik waarschijnlijk homo geweest."
Ik zie de raderen bij hem draaien. Hoe zat het ook alweer?

“ Ja maar als twee mannen het met elkaar doen ben je homo. En twee vrouwen is lesbisch. Als een man het met een vrouw doet, dan ben je retro.” Legt hij me uit.

Precies. Soms voel ik me net een oude theemuts. Maar dat is niet zo. Ik ben gewoon lekker retro.

maandag 4 mei 2009

Dolfijn

Met de laatste beetjes oranjebitter in mijn lijf en het eelt van 1,5 dag koninginnefeest onder mijn voeten, reed ik vrijdagochtend naar Harderwijk.

Een feestje ter ere van een vrouw die veel belangrijker is dan de koningin.
Ze de nieuwscentrale van de familie.
Ze heeft een flatscreen-tv waar veel mannen stikjaloers op zijn.
Ze is 91, maar weet van alle kinderen en kleinkinderen wat ze doen en waar ze wonen.

Oma!

Oma nodigde de hele familie uit voor een dagje dolfinarium. Ze was er zelf nog nooit geweest, dus het werd hoog tijd.

Iemand in een walrussenpak stond klaar om ons te knuffelen. Ik had al genoeg vreemde lijven tegen me aan gevoeld in de koninginnedrukte, dus ik sloeg over.

Er was een show met een zeeleeuw die eten voor zijn baasje haalde en de krant bracht. Hij gaf kopjes en glibberde vrolijk achter zijn baas aan. Ik wil ook een zeeleeuw. Jammer dat ik geen bad heb.

De dolfijnenshow was fantastisch. Dolfijnen maakten salto’s en gooiden hun trainers in de lucht. Ze deden alles wat de trainers wilden, zolang ze maar visjes kregen. Mijn broer keek gebiologeerd naar de trainster in haar wetsuit en de rondvliegende dolfijnen ontgingen hem volledig. Al was Flipper hoogstpersoonlijk naast hem komen zitten, mijn broer was totaal gefixeerd op het meisje. ‘Vergeet het maar’, zei ik tegen hem. ‘Zij heeft alleen maar oog voor Flipper&Co’. Dolfijnen en hun trainers hebben een speciale band, dat kon je goed zien.

Een andere trainster had een prachtige zwangere buik in haar wetsuit. Het zou me niets verbazen als daar binnenkort een mensdolfijntje uit komt glibberen. Een soort zeemeermensje. Dat lijkt me ideaal. Die wil altijd wel vis eten, gaat vanzelf slapen… ze doen alles zolang je ze maar vis voert.

Ik vind dat we volgend jaar weer moeten gaan. Dan doen we een zwembad op een aanhanger en nemen het zeemeermensje mee naar oma. Kan ‘ie kunstjes voor haar doen en de krant brengen.

Mijn broer vermaakt zich wel met de moeder.. ;-)

Waarom koninginnedag?

Waarom doen we dat eigenlijk? Met z’n allen naar buiten om afgedankte spullen op kleedjes zien verkopen en middelmatige bandjes zien spelen. Kilometers lopen (slenteren) om vervolgens een zitplekje te veroveren.
Er zijn vast weinig mensen die een boodschappenlijstje maken voor de vrijmarkt:
- 2 afgekloven knuffels,
- 3 vergeelde boeken
- en minstens één apparaat dat het zeker niet doet.

De kinderen met hun kleedjes hebben (hopelijk) geen target. Stel je voor: “Minstens 8 dingen verkopen anders ga je zonder eten naar bed. Denk aan je winstmarge, knul”.

Koninginnedag is volstrekt doelloos. Dat maakt het zo’n heerlijke dag.

Kilometers lopen, met de hele groep door de mensenmassa.. het versterkt de band. Die blikken van verstandhouding in de overvolle tram. “Nee N., ik ga niet flauwvallen. Echt niet.”

Al slenterend wijs je elkaar op hondjes met oranje-outfit en dames met afgrijselijke oranje leggings. Het entertainment is niet op dat podium in de verte, het loopt naast je!

In de rij voor de snacks heb je soms de leukste gesprekken. Je kunt eens goed bijpraten en je komt altijd bekenden tegen. Wachten is nooit saai op koninginnedag.

Het gaat (mij) niet om de koningin. Het gaat niet om de bands en de vrijmarkt. Koninginnedag is vrij zijn met vrienden en familie.

We hebben die dag een paar keer naar het nieuws gekeken. Op de terugweg zat ik met een brok in mijn keel naar de radio te luisteren. Het zal jouw dierbare zijn die daar werd aangereden in Apeldoorn…

Nach = Den Haag

Woensdagavond maakte ik koninginnesoep voor mijn vrienden. Zonder echte stukjes koningin, want er waren vegetariërs bij. We gingen de Nach vieren en sliepen met vijf man (voornamelijk vrouw eigenlijk) in mijn paleisje van 20m2.

Lopend naar het centrum kwamen we ze tegen: Hagenaars, Hagenezen, studenten, scholieren, tokkies, kakkers, zwangere vrouwen, kinderen, bejaarden.. en leuke mannen. Heel Den Haag was op de been.

Op de Grote Markt werd gelachen en gefeest. Iedereen stond bij het podium op straat. Je kon drankjes halen zonder ellebogen in je gezicht, bier in je haar, of een sigarettenpeuk langs je arm te krijgen. Binnen in de cafés was genoeg ruimte om Erica Terpstra een breakdance-optreden te laten doen. Misschien stond dat wel op het programma, want de vloer was helemaal leeg.

Behalve bij de toiletten. Massa’s Haagse prinsesjes stonden met oranje hoofdjes en samengeknepen benen voor de toiletdeuren. Pispalen genoeg voor de heren, maar wij moesten voor een koninklijk plasje aansluiten in lange rijen.

Dat zou Maxima nooit overkomen. Voor haar zouden ze vast een gouden Dixi plaatsen bij de Grote Kerk.

Boven in Byblos had je een fantastisch uitzicht op het Plein. Asta-pubers en Berger-yuppen liepen door elkaar in de grote oranje massa. Drinkende, feestende, zoekende, flirtende mensen bewogen als een mierenhoop langs de cafés. We hebben er heel wat genomineerd voor de lelijkste oranje-outfit.
Beneden probeerde de DJ (leuke) plaatjes aan elkaar te mixen en mensen aan elkaar te koppelen. Beide zonder veel succes. Hoopvolle mannen stonden op de bar, probeerden oogcontact te maken met dames die zich met tiara’s en boa’s zo al een koninginnetje voelden.

Bij Danzig wilde het veroveren van de prinsesjes ook niet vlotten. Het heerlijk foute feestgedruis van Danzig, dat normaal binnen plaatsvindt, was nu naar buiten verplaatst. Iedereen stond op straat te dansen. Wanneer je niet zo veel drinkt (vanwege het plasprobleem), merk je dat de dansstijl van de Haagse prinsen met het uur aapachtiger wordt.

We begonnen aan de terugtocht. Weg van de grimmiger wordende massa in de stad, richting mijn paleisje. Napratend liepen we langs het Koningsplein.

Toen stapte vriendin R. in de koninginnedagkots. Dat overkomt Maxima vast ook nooit. Gelukkig zijn wij geen prinsesjes. Lekker belangrijk, morgen weer feest!

dinsdag 28 april 2009

Vertrouw roze, vergeet de regen.

Zondagochtend kwart over tien fietste ik door de regen.
Ik had ook in bed kunnen liggen.
Of dombo-tv kunnen kijken in mijn ochtendjas. Met chocoladecruesli.

Maar ik was vastbesloten. Ik ging het honkbalteam van A. aanmoedigen. Ik zou ze naar de overwinning gaan schreeuwen. Wauw, wat lief van mij, dacht ik al fietsend.

Honkbal is een sport voor echte mannen. Stoere kerels die niet malen om een blauwe plek door een snoeiharde bal, of ontzettende spierpijn. Mannen die bereid zijn elkaar af te maken op het veld.
Dacht ik.

Ik was net de dug-out binnengestapt (“Hoera, een supporter!”) toen de wedstrijd werd stilgelegd. Vanwege de regen.

De wedstrijd ging gelukkig weer verder. Nou ja, bij de pitcher en de catcher dan. A. stond achterin (outfield heet dat) klaar om ballen te vangen. Die kwamen er vrijwel niet, want zo goed werd er niet geslagen. Hij was een mannetje in de verte.

De slagmannen leken minder snel te lopen dan anders. Er werden ook weinig slidings gemaakt. Ze liepen nogal voorzichtig, eigenlijk. Wat bleek?

ZE WILDEN HUN KLEREN NIET VIES MAKEN.
Serieus.

Ik citeer: “Mijn moeder gaat me vermoorden!”
“Straks mag ik niet mee in de auto”

Ik maak me zorgen om deze jongens. Echt.
Ze hebben weer dik gewonnen, dat wel. Maar mijn cheerleader-outfit haal ik voorlopig niet uit de mottenballen. Wat een watjes.

A. zat wel onder de modder en gravel. Hij mag dus blijven.
En mocht je het je afvragen: hij wast zijn kleren zelf.

donderdag 23 april 2009

Top en Twellness

Top-en-Twellness

Y. en ik gingen dit weekend naar Top en Twel, waar ik ben opgegroeid. Het was niet zomaar een road trip: we gingen terug in de tijd..
Het was alsof ik weer tien was. Toen had ik nooit stress en mijn enige zorg bestond uit het feit dat de kat dood kon gaan.

Mijn moeder zit klaar met een pot thee. Ze vertelt de nieuwtjes die ze aan de telefoon ook al verteld had, zodat zelfs luisteren geen inspanning kost. Vers, gezond eten komt vanzelf op tafel. Als we lang genoeg stil zouden blijven zitten, werd het ons waarschijnlijk gevoerd.

In Top en Twel lijkt de tijd stil te staan. Je hoeft er niks en er verandert ook niks. Heerlijk.

We helpen mijn moeder met de afwas. Na een tijdje zegt ze: “Stop maar met afdrogen hoor, jullie mogen nu wel gaan computeren.”
We krijgen spontaan zin in Super Mario, maar we pakken de auto en gaan naar een feestje.

De volgende ochtend staat er verse jus klaar en suikerbrood. We gaan lammetjes aaien en zien hun staartjes heen en weer als ze bij hun moeder drinken. ‘s Middags fietsen we in de zon, over mooie paadjes langs het water. We vergeten werk en studie en denken: wat voor ijsje zal ik straks nemen?

Na het eten hadden we graag De Fabeltjeskrant gekeken in onze pyjama’s, maar Y. en ik pakken de auto. Op naar de Randstad.

Ik knabbel op een snoepje. In mijn ooghoek zie ik iemand in de weer met een camera en een spiegel. Wacht.. het lukt! We hebben allebei de draculatandjes in onze mondhoeken weten te krijgen.

Maandag storten we ons weer op werk. Kom maar op met die deadlines, wij zijn er klaar voor!


Ons volgende weekendje suikerbroodparadijs is alweer geboekt.


XL

woensdag 22 april 2009

Salsa

Als er een hemel bestaat, dan zit ‘ie vol met leuke mannen die kunnen salsadansen. Salsa is heerlijk, ik had er veel eerder aan moeten beginnen. Een factor is allesbepalend: met welke man dans je?

Stel je wordt de dansvloer opgevraagd door:

1. De ervaren salsadanser. Kin omhoog, wenkbrauwen omhoog. Hij weet wat hij kan en danst bij zes verschillende dansscholen.
Dansen? altijd doen, hij zal je het goed willen leren. Met hem lijkt het net alsof je heel goed kunt dansen!

2. Mijn-vriendin-heeft-me-overgehaald. De man die steeds op zijn sodemieter krijgt van zijn vriendin. Zij gebaart wild: heb je nou nog niet door wanneer je me moet laten draaien?
Dansen? Nee, kijken!! Neem een drankje en geniet.

3. Vin Diesel. Hij houdt je vast met een ferme greep, knijpt een beetje in je handen. Voor deze brede, kale man is salsa als krachttraining. Zijn we aan het armpje drukken of zijn we aan het dansen?
Dansen? Dansen! Hij kan goed leiden, waardoor het lijkt alsof je ONWIJS goed kan dansen. Je gaat in 2 minuten 3 niveaus omhoog, voor je gevoel.

4. De kleffe danser (KD). Sommige KD’s zijn versierders, andere KD’s zijn wanhopig/lichtelijk contactgestoord. Observeer mannen eerst voordat je met ze gaat dansen, dan voorkom je krampachtig wegduw-aantrek-dansen.
Dansen? alleen als je zelf ook (wanhopig) om aandacht verlegen zit

5. Dubbelfriss. Hij ziet er niet uit, de mollige 40+ Surinamer. “Ik leer je daansen, meid” zegt ie, kauwgom kauwend als een kameel en met zware shag-adem.
Dansen? Nee, niet naar de toiletten vluchten, hij is GOED!! Je gaat drie niveaus vooruit in 5 minuten!(niet overgevoelig zijn voor rooklucht)

6. De centrifuge. Kale dude met legerbroek die je oneindig snel laat draaien. Waar gaan we heen? Sixflags-ervaring.
Dansen? alleen als je geen alcohol hebt gedronken.

7. Rhythm-guy. Ielig ventje, beginner, die de helft van de tijd zijn ogen dichtdoet, zoekend beweegt en zegt: ik ben het ritme kwijt. 1, 2,3 .. 5,6,7..
Dansen? Hmmz.. als je medelijden hebt. Of als je net met de Centrifuge hebt gedanst.

8. De zweter. Nachtmerries, koude rillingen..
Dansen? Aah!! Beware of de zweter. Poeier hem af.

Salsa-mannen: jullie zijn al in de hemel. Vrouwen doen wat je zegt, je mag aan ze zitten en je hoeft niet eens met een versierpraatje aan te komen. Je moet alleen wel kunnen dansen, anders heb je een zware avond voor de boeg…

woensdag 15 april 2009

Sausjes en soesjes

Sebastiaan is mijn maatje van twaalf.
Hij heeft ADHD.
En veel games.
En heel veel energie.
En een ENORME eetlust.

Om zes uur haal ik hem op. Hij heeft soesjes meegekregen van zijn moeder. “Het zijn er twaalf, dus ik mag er zes!”, heeft meneer alvast uitgerekend.
(Realistische wiskunde, heet dat. Hij weet ook precies over hoeveel dagen de vakantie begint.)

We gaan pastasalade eten bij mij thuis. Sebastiaan mag de dressing maken, want dat is niet gevaarlijk. Vrolijk gooit hij kruiden, pepers en knoflook in de olie. Hij betwijfelt zelf al of het nog eetbaar zal zijn..
Wanneer ik de salade heb gemengd, gooi ik het goedje er doorheen. Goed husselen en opscheppen maar. Ik neem een hap… en het smaakt goed! Sebastiaan vindt het ook lekker. Hij heeft nog niet eerder dressing gemaakt.
“Ik proef mijn saus wel, maar ik zie hem niet!”

Na anderhalf bord zit ie vol. 15 seconden lang. Dan vindt ‘ie dat we wel aan de soesjes kunnen beginnen.

We kijken Chicken Run , een geweldige animatiefilm. Hij wou liever Netwerk kijken maar ik kan hem niet altijd zijn zin geven, toch? Ik ben maatje geworden om ongegeneerd kinderfilms te kijken en te snoepen, met een kind naast me als excuus.
Ik zit helemaal in het verhaal van de film. Drama! Een soort kippen-concentratiekampfilm met bloedstollende scènes. (Hannibal doet me niks, maar toen die kip boven het hakblok hing… slik) “Jij mag er nog 3 en ik mag er nog 1”, hoor ik naast me. Ik kijk opzij en zie een blik gefixeerd op de soesjes.

Al voetballend met flessendopjes en ingedeukte blikjes (straatvuil is super!) zijn we zo weer bij hem thuis.
Sebas gaat maar gauw naar binnen.
Hij heeft honger.


www.vitalisdenhaag.nl

woensdag 8 april 2009

Uit je kantoordip: neem een stagiair

Werk is niet automatisch leuk. Je kunt een superbaan hebben, bij een tof bedrijf werken, een geweldige carrière opbouwen, maarr... een ding is essentieel. Ik haat het woord, omdat mijn brugklasmentor W. het altijd in zijn preken gebruikte. Ik typ het nu terwijl ik heel vies kijk.

Sfeer.
Ja vreselijk, maar zo noem je dat.

Vooral als je de hele week op kantoor zit, moet je er wat van maken met elkaar. Niet iedereen is ervoor gemaakt om dagelijks in een debiteuren/crediteuren-scène te zitten. Ik zeker niet.

Ik rende vijf keer per dag de trap af.
.. om koffie en snoepjes te halen, want je kunt natuurlijk niet zonder doel door het pand rennen.
Alles om even niet achter het beeldscherm te hoeven zitten.
"Yes, de vaatwasser is klaar, uitruimen!" dacht ik soms.
Of: "laat ik de kast eens gaan opruimen"
Het ging duidelijk bergafwaarts met mij.

Maarrrr... ik heb het! Ik weet hoe werken weer leuk wordt.

Stagiairs!

Stagiairs zijn een geweldige uitvinding. En niet in de eerste plaats omdat ze vervelende klusjes kunnen doen (al is dat mooi meegenomen).

1. Stagiairs willen OOK de radio aan en ze zingen OOK mee met leuke liedjes.
2. Ze kennen leuke YouTube-filmpjes.
3. Stagiairs hebben altijd tijd om te kletsen.
4. Meer stagiairs = meer lol (dan zijn ze niet de enige en durven ze meer)
5. En.. als je stagiairs helpt, hoef je even niet met je eigen werk bezig te zijn ;-)

Echt, ik kan het iedereen aanraden. Werk ze!

XL

Daar is ze weer

Precies 2 jaar geleden schreef ik mijn laatste blog op ellyinrennes.waarbenjij.nu. Ik schreef blogs om iedereen op de hoogte te houden van mijn belevenissen in Frankrijk. Eenmaal terug in Nederland kon ik iedereen zien en bellen, dus het bloggen hield op.

Maar sinds een tijdje kriebelt het weer. Ik wil schrijven!
Ik ga jullie lastigvallen met mijn verhaaltjes, of jullie het lezen of niet.

Niet omdat ik zo’n boeiend leven heb.
Niet omdat ik de nieuwste trends spot.
Niet omdat ik een verrassende mening heb over actualiteiten.

Dat is allemaal niet het geval.
Ik hou gewoon van schrijven. Ik wil weer dat gevoel hebben dat ik soms in Frankrijk had. Die keren dat ik naar het internetcafé liep met een blogje op mijn USBstick waarvan ik wist: dit gaan ze met een grote glimlach zitten lezen.

Ik ga het proberen. Oeh ik schep verwachtingen en ik vind het nu al eng!
Pfff...

XL